Hoeveel krachttraining is genoeg?
Om een betere sporter te worden moet je een sterk lichaam hebben. Wanneer je lichaam te zwak is kan je minder vaak en minder hard trainen. Belast je jouw lichaam toch meer dan je aan kunt dan ontwikkel je klachten welke uiteindelijk blessures kunnen worden.
Om dit te voorkomen bied krachttraining een oplossing. Door aan krachttraining te doen train je je spieren maar ook je botten. Combineer je dit met mobiliteit dan creëer je een sterk en mobiel lichaam waar je tijdens het sporten maar ook daarnaast veel plezier van heb.
Om een richtlijn te kunnen geven aan hoeveel krachttraining genoeg is kan je onderstaande tabellen aanhouden. Let er op dat dit geen trainingsprogramma is. Dit zijn richtlijnen wat je zou moeten kunnen.
Krachttraining dat je sterker maakt
Niet elke sport is gelijk, daarom zijn er verschillende richtlijnen voor verschillende sporten en disciplines.
Wanneer je krachttraining gaat doen, zorg er dan voor dat je goede begeleiding heb met een goed schema. Neem contact op voor een gedetailleerd trainingsprogramma.
Niveau 1 (klimmer)
Weg bergen, Triathlon (sprint, olympisch, half), Gravel, Gran Fondo, Hardlopen (lang)
Mannen
Vrouwen
Niveau 2 (all rounder)
Cross Country, Tijdrijden, Weg, Marathon Mountain Bike, Triathlon (heel), Zwemmen, Hardlopen (middel)
Mannen
Vrouwen
Niveau 3 (sprinter)
Criterium, Mountain bike, Cyclocross, Zwemmen, Hardlopen (kort)
Mannen
Vrouwen
Hoe deze richtlijnen gebruiken
Nogmaals, dit zijn richtlijnen en geen programma. Wanneer je voldoet aan deze richtlijnen heb ik er vertrouwen in dat je een sterk lichaam heb om de sporten blessure vrij te kunnen beoefenen welke bij jouw niveau past. Alle sporten hebben een duursport focus. Heb je voor je sport of werk andere bewegingen nodig dan zijn de richtlijnen misschien niet voldoende.
De richtlijnen voor vrouwen zijn ongeveer 70% van wat mannen zouden moeten kunnen. Denk je dat je dit aan moet passen, graag!
Ben je sterker dan niveau 3 dan is er waarschijnlijk geen voordeel meer te halen in het nog sterker worden. Focus dan meer op mobiliteit en variaties op de oefeningen.
